Wat Lightyear (die auto) ons leert over de kracht van doen.
En over het feit dat we dit niet altijd écht menen.
Lightyear is failliet. Financieel onderuit,
blut,
broke,
platzak.
De zonnecelauto uit Delft maakte een geweldige start, knalde de wereld in met een primeur: een auto op zonnestroom maar is niet opgewassen gebleken tegen de eisen die de markt (en de wereld) stelt aan een nieuw concept.
Grootste probleem?
Geld.
En dan vooral een gebrek aan HEUL VEUL geld.
Want zo’n auto bouwen is duur, duurder, duurst.
Hoe los je dat op?
Op MT Sprout las ik dit artikel van Mark de Vletter van Voys, een hip bedrijf uut Grunning waar ze een van de eerste wagens bestelden.
Zijn analyse is raak. Dat dit bedrijf het niet heeft gered is een signaal over de markt waar écht vooruitgang ontstaat door mensen die DOEN.
Als we écht willen dat dit een succes is dan moeten we ophouden met het gepraat over ‘fossielvrij binnen 1 generatie’ maar echt gaan money where your mouth is putten. Waarom laten we een veelbelovende club als Lightyear onderuit gaan terwijl de partijen die de diepste zakken hebben vooral rendement uitkeren aan aandeelhouders op basis van fossiel terwijl ze een mooie brochure drukken met klinkende slogans en mooie, maar loze, beloftes? Waarom investeren die clubs niet in dit soort kansrijke projecten?
Bij het bouwen van een ijzersterk imago onder studenten is precies hetzelfde aan de hand. Veel bedrijven hebben de mooiste verhalen over investeren in de toekomst, kansen bieden et cetera. Tegelijkertijd krijgen begeleiders niet altijd voldoende ruimte en tijd om studenten een topervaring te bieden en blijven de HR-afdelingen en recruiters zich focussen op de studenten met specifieke opleidingen en diploma’s.
Zelfde riedeltje, zelfde rondje. Steeds iets vaker, steeds iets gefrustreerder, steeds iets ongeloofwaardiger.
Dit zorgt ervoor dat er wellicht enthousiasme en ambitie is bij een bedrijf, maar dat dit niet omgezet kan worden in resultaten.
Waarom?
Omdat het opbouwen van een sterk imago net als die zonnewagen tijd, geld en energie vereist. Niet alleen van de enthousiaste begeleider die tijd en energie steekt in de begeleiding van studenten. Dat is er wel.
Er is een buy-in nodig van het management dat hardop zegt: ‘Wij gaan echt investeren in het werven en opleiden van jong talent. Stages krijgen een prominente rol in de HR-strategie en zijn niet een op teamniveau te regelen bijzaak vanuit sociaal-maatschappelijk oogpunt.’
Bedrijven die dat doen hebben de kans om een talentmagneet te worden omdat ze echt laten zien dat ze DOEN. Bedrijven die dat niet doen zullen te boek komen te staan als de Shells en Vattenfalls van de stagemarkt. Mooie verhalen, maar de facto nul inspanning.
Lightyear wijst de weg vooruit en laat ons zien waar het stokt. Leer ervan!
Ga doen.